Geboortecentrum Amsterdam

Angst voor de bevalling

Het is heel normaal om angst voor de bevalling te hebben. Zeker als het je eerste kind betreft en je niet weet wat je te wachten staat. Beatrijs Smulders schrijft in haar boek ‘Veilig bevallen’ dat het lijkt alsof de terechte doodsangst voor de bevalling tot ruim een eeuw geleden, is veranderd in een doodsangst voor de pijn.

Angst voor de bevalling

“Ik zie echt heel erg op tegen de bevalling, Mary-Elliz, ik denk niet dat ik het kan. Ik wil ook eigenlijk helemaal niet bevallen”. Margreet, inmiddels 37 weken zwanger van haar eerste kindje, zit bij mij in de spreekkamer. Ze maakt zich al een tijdje druk over de bevalling zie ik in haar kaart. Mijn collega, Tamana, had al een keer uitgebreid met haar gesproken en Mignon, mijn andere collega had met haar een bevalplan gemaakt. Margreet had zich voorgenomen om in het ziekenhuis te bevallen ‘zodat alles in de buurt is als het mis gaat’ en ze had een cursus zwangerschapsyoga gedaan. Ook was ze naar de informatieavond gegaan, maar ondanks deze voorbereidingen blijft ze zitten met die angst voor de bevalling.

Even flink zijn…

Ik vroeg Margreet hoe haar moeder was bevallen en ze vertelde dat dat één groot drama was geweest. Haar moeder had haar eigen bevalervaring gedeeld toen Margreet net zwanger was. Daarna durfde Margreet er eigenlijk niet meer naar te vragen. Haar moeder was heel jong geweest toen ze van de eerste moest gaan bevallen. Het bleek dat mams zich niet in had gehouden en alle ‘gruwelijke’ details met haar dochter had gedeeld. Ze had geen zwangerschapscursus gedaan en had een verloskundige gehad van het type ‘niet klagen maar dragen’. Zij had heel lang weeën gehad en moest uiteindelijk naar het ziekenhuis omdat ze uitgeput was en nog steeds nauwelijks ontsluiting had. Ze kreeg een infuus om de weeën sterker te maken en de gynaecoloog vond pijnstilling niet nodig. Ze moest ‘maar even flink zijn, het zou niet meer heel lang duren’. Toen had ze nog eens zes uur helse pijnen gehad en uiteindelijk had de gynaecoloog de baby eruit getrokken met een pomp. Ze had ook nog melding gemaakt van een enorme knip, die nooit goed was genezen waardoor ze altijd pijn bij het vrijen heeft gehouden. Margreet vertelde dat haar moeder haar meer dan eens had gezegd dat ze voor geen goud een tweede kind had willen krijgen.

Dat je daar als dochter niet erg relaxed van wordt, snap ik heel goed. Margreet vraagt me achterdochtig waarom ik dat wilde weten, “zeker omdat ik dat dan ook krijg, hè?”

Ik had met Margreet te doen. Als je moeder je vertelt dat het avontuur wat voor jou voor de deur staat een gruwelijke ervaring is, hou dan nog maar eens goeie moed. Ik deed een poging om de bevalling van haar moeder te analyseren en daarbij ook te achterhalen waar Margreets grootste angst zat. Ik legde haar uit dat we tegenwoordig veel eerder ingrijpen als de bevalling lang duurt en niet wachten tot iemand volledig uitgeput is. Bovendien zou haar moeder in deze tijd zeker iets voor de pijn hebben gekregen. Ik zei haar dat het ontzettend sneu was dat haar moeder zo’n zware bevalling had gehad, maar dat Margreets voorbereiding wel een totaal andere was dan die van haar moeder. Het is natuurlijk heel logisch om op te zien tegen je bevalling. Dat hoort erbij en zorgt ervoor dat je het niet onderschat, maar het moet je niet zó angstig maken dat je het eigenlijk niet meer aandurft.

De kunst van het baren

Ik vertelde Margreet dat bevallen inderdaad een zware klus is, maar dat haar lichaam het prima zou kunnen klaren. De kunst van het baren is de pijn te accepteren en de baby ‘los te laten’. Dat klinkt simpel maar is bepaald geen eenvoudige opgave. Het gevoel dat je ervaart als je weeën hebt, helpt je mee om in een soort trance te komen waardoor je in staat bent om de pijn te accepteren en het te laten gebeuren. Je hebt geen kans meer om te controleren en de zaak te regisseren. Je moet je focussen op het omgaan met de weeën waardoor je niet meer in staat bent om je bevalling te ‘managen’. Je móet het wel loslaten, de regie uit handen geven, je lichaam het werk laten doen. Goed geïnformeerd zijn over wat er gebeurd en hulp in de vorm van een goede voorbereiding en manieren waarop je met de weeën om kunt gaan, helpen enorm.

Goede voorbereiding

Margreet zei dat ze de cursus yoga had gedaan en dat ze daar veel van had geleerd. Ik vroeg haar hoe ze haar zwangerschap tot dusver had ervaren en ze vertelde dat ze verbaasd was hoe makkelijk ze dat had gevonden. Ze was niet misselijk geweest, had geen klachten behalve dat ze nu sinds een paar dagen wat minder goed sliep maar verder had ze helemaal niet de klachten die haar moeder had gehad tijdens haar zwangerschap.

Ik zei haar dat ze zich vooral op haar eigen ervaring moest focussen en dat wat voor haar zwangerschap gold ook kon gelden voor haar bevalling. Ze hoefde zeker niet dezelfde ervaring te hebben als haar moeder.

Fantastische gebeurtenis

Margreet moest nog lang wachten, maar bij 41 weken precies belde haar man dat de weeën zo’n zeven uur geleden begonnen waren en ze nu al om de drie minuten kwamen. Ik ging bij haar kijken en vond Margreet in de badkamer onder de douche, waar ze heel rustig en geconcentreerd de weeën opving. Ze vroeg me of ik het goed vond dat ze niet meer naar het ziekenhuis zou gaan. Ze had geen zin meer om nog te verkassen. Ik zei haar dat dat helemaal haar keuze was, maar dat we het nog makkelijk zouden kunnen halen als ze dat wilde. Daar was echter geen sprake meer van en nog geen drie uur later werd de kleine Sebastiaan geboren. Een gezonde, roze wolk van acht pond.

Op de derde dag na de bevalling deed ik een kraamvisite bij Margreet. We spraken over de bevalling en ineens barstte ze in huilen uit. Ze vertelde me dat ze, nu helemaal na haar eigen bevalling, zo’n enorm medelijden had met haar moeder. Ze vond het zo zielig dat haar moeder zo’n angst voor de bevalling en rot ervaring had gehad terwijl Margreet zelf het een fantastische gebeurtenis had gevonden. Het had zo’n negatieve impact gehad op het leven van haar moeder. Terwijl Margreet zich daarentegen heel sterk voelde, blakend van zelfvertrouwen en super trots op de prestatie van haar lichaam.

Ik zei Margreet dat ik hoopte dat haar positieve ervaring het verhaal van haar moeder wat zou bijkleuren en dat ze het daarom maar veel met haar moeder moest delen.

Zo fijn dat haar zoon en een eventuele toekomstige dochter een heel andere bevalervaring mee zouden krijgen van deze moeder.