Geboortecentrum Amsterdam
Diana Van Gorp has created 6 entries

Diana Van Gorp

  • De innestelingsbloeding

    Ik weet nog heel goed dat ik als 15 jarig meisje in de voortplantingslessen biologie enorm gecharmeerd was van de innesteling. Ik vond het magisch dat er één zaadcel was uitverkoren om de heilige graal, het eitje, te veroveren en dat daarna die bevruchte eicel zich ging innestelen in de baarmoeder. Vond ik zó gezellig klinken, lekker innestelen, lekker in dat warme baarmoedertje.

    Toen ik uiteindelijk de lessen embryologie voor de studie verloskunde volgde, was er voor romantiek weinig plaats. De magische bevruchting werd gereduceerd tot het volgende; “Wanneer in het distale derde deel van de tuba de zaadcel de zona pellucida van de eicel heeft gepenetreerd en de conceptie heeft plaatsgevonden, blijft de staart van de spermacel achter in de zgn. perivitelline ruimte.”

    En over de innesteling wordt in ‘de Kloosterman’  (de Bijbel, in mijn tijd, voor verloskunde studenten) het volgende geschreven: “Ongeveer 6 dagen na de bevruchting heeft het ei de tuba (eileider) gepasseerd en komt in de uterus (baarmoeder) holte. De buitenste cellaag, de trofoblastcellen, penetreren het endometrium (slijmlaag van de baarmoederwand) dat nu decidua heet. De cellaag van het endometrium sluit zich weer boven het ei”.

    Met andere woorden, de allersnelste super macho spermatozoa wint de race om te bevruchten van al zijn potentiële broertjes en zusjes, tekent daarmee voor het treurige einde van deze groep en als de dan bevruchte eicel als een klompje cellen aankomt in de baarmoeder, vreet het zich als een parasietje in, in de slijmlaag van de baarmoeder.

    Gewoon keihard, survival of the fittest!

    Wat gebeurt er precies bij de innesteling?

    Elke maand tijdens je menstruatie cyclus bereidt je baarmoeder zich voor op een eventuele zwangerschap. Tijdens de ovulatie (eisprong) wordt ondertussen het slijmvlies van de baarmoederwand dikker onder invloed van de hormonen oestrogeen en progesteron om zich voor te bereiden op een eventuele innesteling van een bevruchte eicel. Wanneer er tijdens je menstruatiecyclus geen bevruchting plaats vindt sterft het baarmoederslijmvlies af en wordt het na ongeveer twee weken door het lichaam uitgestoten. Je menstrueert.

    Maarrrrr, is er wél een bevruchting geweest, dan begint de eicel zich te delen. Dit bolletje cellen wordt via de eileider naar de baarmoeder gewerkt, om zich vervolgens in te nestelen in het slijmvlies van de baarmoederwand. Dat is een delicaat proces wat er voor zorgt dat het zwangerschapshormoon (HcG) wordt aangemaakt. Je zou nu al een zwangerschapstest kunnen doen. Deze test meet namelijk het HcG in je lichaam. De test is wel wat betrouwbaarder als je wacht tot je ongesteld had moeten worden.

    De innesteling vindt ongeveer 8 dagen ná de bevruchting plaats. De meeste vrouwen merken niets van de innesteling. Sommige vrouwen kunnen iets ‘kramperigs’ in hun onderbuik voelen alsof ze ongesteld moeten worden. Ook kun je door het innestelen van het eitje wat bloed verliezen, de innestelingsbloeding genaamd.

    Als je een onregelmatige cyclus hebt of je houdt het allemaal niet zo bij, kun je zo’n innestelingsbloeding verwarren met een menstruatie, alhoewel het bloedverlies veel minder is en ook minder lang duurt. Bovendien komt het ook een week eerder dan je je menstruatie zou verwachten als je wél een regelmatige cyclus hebt.

    Het zwangerschapshormoon HcG is ook verantwoordelijk voor de zwangerschapsverschijnselen. Verschijnselen kunnen zijn: misselijkheid, gevoelige borsten en stemmingswisselingen. Sommige vrouwen ervaren ook lichte rugpijn of steekjes/krampjes in hun baarmoeder. Een vaak gehoord symptoom is ook een overweldigende vermoeidheid.

    Probeer zoveel mogelijk toe te geven aan die vermoeidheid, slaap het eruit! Hoe meer je je eraan over kunt geven hoe minder je last zult hebben van alle mogelijke kwaaltjes.

     

  • 5 weken zwanger

    Ben je nu gewoon later ongesteld vanwege dat weekendje Londen, of ben je toch zwanger? Het is soms heel lastig om uit te maken wat er aan de hand is.

    Tijdens het telefonisch spreekuur word ik gebeld door Femke. Ik ken haar niet en ze zit ook nog niet in onze praktijk. Ze vertelt dat ze denkt dat ze zwanger is. Ze is altijd heel regelmatig ongesteld en nu al 5 dagen te laat. Vannacht had ze bij het plassen wat rozige afscheiding.  Ze wil graag van mij horen of ze nu toch ongesteld wordt of dat ze zwanger is.

    Omdat wij de zwangerschap in weken uitdrukken en onze telling begint bij de eerste dag van de laatste keer dat je ongesteld was, ben je bij 5 dagen over tijd ‘al’ een kleine 5 weken zwanger.

    Terwijl jij er net achter bent dat je zwanger zou kunnen zijn en je een zwangerschapstest overweegt, gieren de zwangerschapshormonen al behoorlijk door je lichaam. De baby, in dit stadium nog een embryo genoemd, is qua grootte niet veel meer dan een maanzaadje. Het is ongelooflijk dat je je door zo’n maanzaadje al zo zwanger kunt voelen, alhoewel dat zeker niet voor iedere zwangere geldt.

    Je kunt al wat misselijk zijn of gevoelige borsten hebben en ook kun je last krijgen van obstipatie (moeizame stoelgang) en een enorme vermoeidheid. Naast de bekende lichamelijke kwalen, kun je je ook heel labiel en emotioneel voelen. Het kan zijn dat de leeuw in je ontwaakt en je grauwt en snauwt naar iedereen die in je buurt komt, maar je kunt ook heel huilerig worden.

    Femke had nog geen test gedaan, dus het was lastig om haar te kunnen zeggen wat er aan de hand zou kunnen zijn. Ik vroeg haar of ze iets van veranderingen in haar lichaam voelde. Het bleek dat ze het alleen heel erg koud had sinds een week, dus dat bracht ons niet veel verder. Ze had daarnaast geen buikpijn, geen kramperig gevoel alsof ze ongesteld moest worden en ook geen gemeenschap gehad de afgelopen dagen. Ik adviseerde dat het toch het handigst zou zijn om een zwangerschapstest te doen. Dat het beetje roze afscheiding wat ze had niets hoefde te zeggen en ze wel degelijk zwanger zou kunnen zijn.

    Bloedverlies vroeg in de zwangerschap komt heel vaak voor. Het kan zijn dat er een innestelingsbloeding plaatsvindt, een klein beetje bloedverlies als gevolg van het moment dat het in de eileider bevruchte eitje aankomt in de baarmoeder en zich daar innestelt in de wand van de baarmoeder. Ook kan het zijn dat de baarmoedermond gevoelig is, doordat er een poliepje zit of gewoon door de extra doorbloeding vanwege de zwangerschap. Hierdoor kun je wat bloedverlies krijgen na een vrijpartij of als je flink gesport hebt bijvoorbeeld. Daarnaast kun je een infectie hebben zoals bijvoorbeeld chlamydia die het bloedverlies kan veroorzaken.

    Maar bloedverlies kan natuurlijk ook altijd duiden op een wat uitgestelde menstruatie of een vroege miskraam.

    We spraken af dat Femke terug zou bellen als ze een test had gedaan of als er fysiek iets veranderde. Ik gaf haar het spoednummer voor het geval ze ons nodig zou hebben.

    Voor Femke werd het snel duidelijk. Diezelfde avond kreeg ze buikpijn en wat meer bloedverlies. Ze belde met de dienstdoende verloskundige, Annegot, die even bij haar langs ging. Het was duidelijk dat Femke een miskraam had. De buikpijn was in de loop van de middag erger geworden en ineens was het alsof ‘de sluizen werden opengezet’. Na een aantal stolsels zo groot als knikkers te hebben verloren, was Annegot net bij haar toen ze het laatste stolsel verloor. Daarna nam het bloedverlies en ook de pijn in haar buik vrijwel direct af. Annegot zei haar dat ze lekker met een warme kruik naar bed moest gaan en dat ze eventueel paracetamol kon nemen als ze nog buikpijn had, maar dat ze niet verwachtte dat dat nodig zou zijn. Haar lichaam had het eigenlijk voorbeeldig gedaan.

    Femke vond het lastig te accepteren dat ze een miskraam had gehad. Het voelde toch als falen van haar lichaam en ze zat met veel vragen over de reden van de miskraam. Had zij iets verkeerd gedaan? Was de baby niet goed waardoor ze een miskraam had? Kon haar lichaam niet zwanger zijn? Wat nu als ze nog een keer zwanger zou worden?

    Het zijn vragen die vaak spelen als iemand een miskraam heeft. We kunnen meestal niet zeggen wat de specifieke oorzaak was, maar uit onderzoek is wel gebleken dat de meeste miskramen ontstaan doordat er een chromosoom afwijking bij de baby is. Deze oorzaak is meestal toevallig ontstaan bij de bevruchting van de eicel. Dit leidt tot een stoornis in de aanleg van de zwangerschap waardoor de zwangerschap niet verder kan groeien en wordt afgestoten.

    Een miskraam overkomt je en kun je niet voorkomen. Wil je na een miskraam opnieuw zwanger worden dan is het wel verstandig om zo gezond mogelijk te leven. Dit betekent gezond en gevarieerd eten, zuinig met alcohol en liever helemaal geen alcohol in de 2e helft van de cyclus,  niet roken en geen medicijnen innemen zonder overleg. Er wordt geadviseerd om al voor de zwangerschap te starten met het nemen van 0,4 mg foliumzuur per dag. Foliumzuur vermindert niet de kans op een miskraam, maar wel de kans op het krijgen van een kindje met een open rug, hartafwijking, gespleten lip, kaak en gehemelte.

    De verwerking van een miskraam varieert sterk per persoon. Zeker als je de zwangerschap nog niet wereldkundig had gemaakt, kan het verwerken een eenzame gebeurtenis zijn. Je vrienden en collega’s weten niet wat je doormaakt. Praat erover met je intimi, dat helpt meestal. Ook als je het al wel had verteld, kunnen de goedbedoelde opmerkingen van mensen in je omgeving heel erg kwetsend zijn. Mocht je hulp willen hebben bij de verwerking van je miskraam, dan kun je altijd contact opnemen.

    Femke belde nog een paar keer naar de praktijk om vragen te stellen, maar vooral ook om even te kunnen kletsen. Ze knapte snel weer op en wilde graag een nieuwe poging gaan wagen. Ruim 3 maanden later belde ze de praktijkassistente Jolanda om een intake in te plannen. Ze was 6 weken zwanger en had die ochtend een kloppend hartje op de echo gezien.

     

  • 30 jaar verloskundige

    Omdat ik 30 jaar als verloskundige werk, leek het mij leuk om jullie mee te nemen naar mijn begintijd. Het is onvoorstelbaar wat er sindsdien veranderd is in de wereld, maar zeker ook in mijn beroep. En dat, terwijl baby’s nog steeds op dezelfde manier geboren worden als 300.000 jaar geleden.

    Juli 1990, ik was na mijn afstuderen een weekje vrij, maar daarna zou ik gaan waarnemen in de praktijk waar ik nog steeds werk, nu het Geboortecentrum. Ik had mijn laatste stage hier ook  gedaan, dus ik kende de praktijk al redelijk goed. Ik had 2 maanden waarneming voor de zomer toegezegd, zodat alle verloskundigen om de beurt op vakantie konden. Daarna zou ik wel zien wat er op mijn pad kwam.

    Ik was ook druk bezig om mijn rijbewijs te halen. Best handig voor een verloskundige. Ik startte mijn carrière dus op de fiets en had zo mee kunnen doen aan Call the Midfwife.

    De praktijk was ook toen al een vooruitstrevende en inspirerende onderneming waar ik me heel snel thuis voelde. Het was een drukke praktijk, met veel zwangeren, die aangetrokken werden door onze kijk op de verloskunde. Deze visie, toen heel revolutionair, waarin de zwangere centraal staat, wij als hulpverleners in dienst zijn van de zwangere en haar partner en de zwangere bepaalden hoe en waar zij zou gaan bevallen, is in al die jaren niet veranderd.

    De baarkruk was, en is nog steeds, een vast onderdeel van onze uitrusting, iets wat de collega’s in de stad belachelijk vonden. Het werd gezien als oneigenlijke reclame voor onze praktijk, wij ‘lokten’ daarmee hun zwangeren die niet in ons praktijkgebied woonden. Terwijl het gewoon een nuttige ondersteuning tijdens de persfase is, waardoor vrouwen in een veel natuurlijker houding kunnen baren. We kregen in die tijd allerlei idiote beschuldigingen naar ons hoofd. Zo zouden wij het belangrijker vinden om ‘onze’ baarkruk te gebruiken dan dat we een goed overzicht hadden en adequate hulp konden bieden. Vrouwen zouden bij ons, door die baarkruk, allemaal enorm uitscheuren en we zouden geen knip kunnen zetten als dat nodig was. Allemaal onzin natuurlijk en nu is er gelukkig geen verloskundige meer te vinden die NIET het grote voordeel van een baarkruk ziet.

    In de jaren 90 van de vorige eeuw was ook het mobieltje nog niet uitgevonden. Wij deden dus dienst met een ‘pieper’, die 2 soorten tonen kon voortbrengen. Een vriendelijke pieptoon die ons vertelde dat iemand iets wilde vragen, maar ook een afgrijselijk gillend geluid wat duidde op een ‘spoed’ kwestie en waar je minimaal 15 minuten van moest bijkomen. Zolang je thuis was en de dienst deed, kon je altijd makkelijk bellen, maar was je op pad en je pieper ging, dan gebruikte je de telefoon van de kraamvrouw waar je op bezoek was, om de boodschappendienst te bellen die je vertelde wie er had gebeld en wat er aan de hand was. Vervolgens belde je de zwangere die een vraag had of die weeën had. Overdag nog redelijk te doen, maar ’s avonds of nachts, moest je de mazzel hebben dat je een intacte telefooncel kon vinden. Ik heb dan ook regelmatig in een kroeg staan bellen met een barende.

    Omdat de zwangeren die zich bij ons melden afkwamen op onze visie, kregen wij aanmeldingen uit een groot deel van de stad. Waar andere verloskundigen praktijken een begrensd gebied hanteerden, werd de omvang van ons praktijkgebied bepaald door onze visie. We bestonden in die tijd ook nog niet uit 2 teams van verloskundigen, maar vormden samen een praktijk. Wij hadden cliënten in de Baarsjes, aan de Amstelveense weg, in de Spaarndammerbuurt, op de Albert Cuyp en in de Watergraafsmeer. Als ik dienst deed dan fietste ik in een rustige dienst gemiddeld zo’n 25 tot 30 km., als het druk was, en dat was vrijwel elke dienst met minimaal 2 bevallingen, dan kon ik zo 60 km. fietsen in een etmaal. Op mijn oude opoe fiets, baarkruk onder de snelbinders achterop, voorop had ik een rek waar mijn verlostas op stond en op mijn rug de beademingsapparatuur en zuurstof. Superslank was ik in die tijd en een ijzeren conditie!

    Het spreekt voor zich alhoewel nu ook ondenkbaar, dat we nog geen computer hadden. We hadden een ‘rode band-kaart’ van alle zwangeren waar alles op geschreven stond. Heel overzichtelijk, maar niet altijd even leesbaar door het krabbelende handschrift van een van de collega’s. Van deze kaart, die in een envelop met verdere afschriften van onderzoeken (bloedonderzoek en soms één echo) bewaard werd in een kast in de praktijk, werd een ‘dubbeltje’ gemaakt. Dat hield in dat onze assistente, de schoonzus van een van ons, die twijfelde wat ze zou gaan doen met haar leven en per ongeluk zwanger raakte tijdens die twijfels, op een A-5 Filofax (soort klappertje/agenda) blaadje alle belangrijke gegevens overnam van de intake en dit in de dienstklapper stopte. Zo sleepten we met al onze zwangeren in de Filofax rond tijdens de dienst en hadden we alle gegevens van iedereen bij ons.

    Ondertussen kreeg ik rijles van Hassan voor 25 gulden per les en was ik toe aan mijn 18-de les toen hij zei dat ik mijn theorie moest gaan doen omdat ik inmiddels best wel kon rijden. Begin oktober 1990 haalde ik mijn theorie en Hassan vroeg direct mijn rijexamen aan. Het weer begon al behoorlijk herfstig te worden, dus ik begon dat fietsen inmiddels steeds minder lollig te vinden. Daarbij waren mijn 2 maanden waarneming inmiddels verstreken, was ik de maand september ook nog gebleven, maar hadden mijn collega’s mij gewoon voor de hele maand oktober opnieuw ingeroosterd. Ik moest en zou dus echt dat rijexamen halen.

    Ik kreeg vlak voor het afrijden allerlei tips van mijn collega’s. Ik moest vooral zo snel mogelijk zeggen dat ik verloskundige was en dat rijbewijs heel dringend nodig had. Zo moest ik op het gemoed van de examinator spelen want hij had vast zelf ook kinderen. Bloednerveus was ik, toen ik begin november uiteindelijk moest afrijden. Ik kon niet bedenken hoe ik het gesprek kon krijgen op dat ik vroedvrouw was. Dus daarover piekerend en het examenterrein afrijdend vroeg de examinator mij, “En mw, wat doet u zoal in het dagelijks leven?” Ik kon hem wel zoenen en vertelde vol vuur dat ik verloskundige was en al 2 maanden op de fiets aan het werk was, maar dat dat nu echt niet meer ging gezien het slechte weer, dat ik al 5 keer doorweekt van de regen was aangekomen bij een barende en dat ik nu moest stoppen met werken tot ik een rijbewijs had. Totaal ontspannen, omdat mijn doel bereikt was, heb ik vervolgens dat examen uitgereden en……. geslaagd!

    Diezelfde dag heb ik een auto gekocht en stiekem wat geoefend tot ik mijn rijbewijs daadwerkelijk kon ophalen.

    Op de fiets ben ik nooit te laat bij een barende aangekomen, ik was altijd op tijd om de baby op te kunnen vangen. In mijn eerste dienst met auto, toen ik hopeloos de weg kwijt raakte in de Jordaan omdat er alleen maar éénrichtingsweggetjes waren en NERGENS een parkeerplek te vinden was, werd de baby geboren vlak voordat ik eindelijk op het adres aankwam. Op de fiets was ik er zeker een half uur eerder geweest, maar wat vond ik mijn auto heerlijk tijdens de regen- en hagelbuien, de sneeuw en de kou die winter en nog vele winters daarna.

  • Zomaar een door-de-weekse dienst

     

    Alma belde mij terwijl ik net 5 minuten geleden de dienst had overgenomen van Mignon. Ze had weeën, al een tijdje en vroeg zich af wanneer ik langs zou komen. Ik vroeg haar hoe snel de weeën op elkaar kwamen en wanneer het begonnen was. De weeën kwamen sinds een uur om de 4 minuten, ze had nu 11 uur weeën en kon ze goed opvangen. Toen vroeg ik of ze al wat bloederige afscheiding had en of ze de weeën nog goed aan kon? Ze had geen bloederige afscheiding en ze kon de weeën nog prima aan.

    Het was duidelijk dat de bevalling nog in een vroeg stadium verkeerde. Ik besloot even bij haar te gaan kijken om te checken hoe het met het moraal stond.

    Er stond een groot bevalbad klaar in de woonkamer, overal waren waxinelichtjes aangestoken en er klonk heerlijke rustige gitaarmuziek op de achtergrond. Wes, Alma’s vriend, speelde in een hard rock band, maar speelt dus ook klassiek gitaar, en zeker niet onverdienstelijk.

    Alma lag heel tevreden de weeën weg te puffen en ik hoefde absoluut geen peptalk te geven. Ze zei dat ze zich heel goed voelde en alles zo bijzonder was, dat ze zich heel sterk en goed voelde en het heel gezellig vond dat ik er was. Ik bleef een tijdje, zette een kopje thee en had helemaal geen zin om weg te gaan. Zo’n prettige rustige sfeer, een volkomen verstilde wereld.

    Maar…., mijn telefoon ging en Kimberly belde. Ze wilde dat ik kwam want ze had heel erge weeën. Ik stelde haar dezelfde vragen die ik 2 uurtjes geleden Alma had gesteld, maar Kim had geen geduld om ze te beantwoorden. Ze gaf de telefoon aan John, haar man, omdat zij weer een wee had. Ik zei John dat ik naar hun toe zou komen omdat ik aan de telefoon niet goed kon bepalen hoe het met Kim ging.

    Me met moeite losrukkend uit de serene sfeer bij Alma, arriveerde ik zo’n 25 minuten later bij Kim en John. Ook zij kregen hun eerste kindje en wilden graag in het ziekenhuis bevallen. Kim stond al klaar om richting ziekenhuis te vertrekken, maar ik vertelde haar dat ik haar eerst even moest onderzoeken. We moeten een beetje zuinig zijn met de poliklinische bevalplekken. Dat betekent dat je niet te vroeg (voor 6-7 cm ontsluiting) naar het ziekenhuis gaat zodat je de bevalkamer niet te lang zult bezetten.

    Kim was niet goed aanspreekbaar. Ze had duidelijk moeite met de weeën en reageerde zich af op John. Ze was heel onaardig tegen hem en elke keer in tranen als ze een wee kreeg. Ik probeerde haar wat te kalmeren en het inwendige onderzoek zo rustig mogelijk voor te bereiden. Uiteindelijk liet ze het toe dat ik haar onderzocht. Ik kon voelen dat ze goede weeën had en zei haar dat ook. Ik vertelde ook dat ik me goed voor kon stellen dat het moeilijk was om ze op te vangen. Ze had al 4 cm. ontsluiting dus ook dat was prima. Ik vertelde Kim dat ze heel goed bezig was maar dat het eigenlijk nog wat te vroeg was om al naar het ziekenhuis te gaan. Daar baalde ze enorm van dus ik zei haar dat ik het wel zou gaan proberen omdat ik verwachte dat ze vlot zou bevallen als de weeën zo goed zouden blijven. Het was nauwelijks aan Kim besteed. Ze bleef heel bozig, kon zich naar mij toe nog nét gedragen maar die arme John kreeg bij iedere wee de volle laag.

    Ze kon komen in het ziekenhuis. Zelfs de kamer met bad die Kim graag wilde, was nog beschikbaar en claimde ik onmiddellijk voor haar.

    Tijdens de rit naar het ziekenhuis had ik even tijd om Alma te bellen. Het ging heel goed met Alma, de weeën werden wat krachtiger maar Wes hielp haar fantastisch. Ik zei haar dat ik een van mijn collega’s voor haar kon bellen als ze dat wilde omdat ik met een andere bevalling bezig was, maar ze zei dat ze het nog wel even volhield. Ik liet haar beloven dat ze me zou bellen als dat niet meer zo was.

    Om 24:00 kwamen we aan in het ziekenhuis. 5 uur later beviel Kim in het bad, na 30 minuten persen, van een mooi mannetje in prima conditie. Toch bleef Kim op alles en iedereen mopperen en zelfs ondanks de prachtige bevalling was ze niet te genieten. Ze vond het belachelijk dat ze niet een nachtje kon blijven en na het douchen geacht werd te vertrekken. Ik zei dat ik de kraam zou bellen om te vragen of ze thuis een opvang kon krijgen, wat lukte, maar had eigenlijk medelijden met de kraamverzorgster die daar zou gaan kramen.

    Na de bevalling van Kim reed ik snel terug naar Alma. Wes had inmiddels het bad vol laten lopen en terwijl de zon opkwam stapte Alma het bad in. Ze had 6 cm ontsluiting, dus de ontsluiting vorderde heel traag, maar Alma was niet stuk te krijgen. Ik zei dat ik hoopte dat Wes nog wat gitaar zou gaan spelen en vroeg of ze het goed vonden dat ik een dutje ging doen op hun bank. Wes wilde eerst een ontbijt voor mij maken omdat ik al de hele nacht had gewerkt en ze vroegen beiden of ik nu niet gewoon naar bed moest. Ik zei dat ik hun bevalling voor geen goud wilde missen, dus met een dutje op de bank weer zo fris als ’n hoentje zou zijn. Met Wes’ gitaarmuziek op de achtergrond dommelde ik al snel.

    Na 2 uurtjes dutten merkte ik dat Alma weer uit bad was geklommen. Ze had het idee dat de weeën minder sterk waren geworden. Die indruk had ik ook en een nieuw inwendig onderzoek wees uit dat ze nog steeds 6 cm. ontsluiting had. Het bracht Alma totaal niet van haar stuk. Ze vroeg me wat ze nu moest doen en ik legde haar de opties uit. Ik zei dat ik graag wilde proberen om met een drukpuntmassage de weeën weer wat sterker te maken, maar dat we dat ook met een infuus in het ziekenhuis konden laten doen. Dat de laatste optie zeker sneller resultaat zou opleveren, maar dat de kans dat ze dan in bad zou kunnen bevallen niet groot zou zijn. Ze zei dat ze heel goed snapte als ik wilde gaan slapen maar dat ze het heel fijn zou vinden als ik mee zou gaan naar het ziekenhuis en alhoewel mijn bedje lonkte piekerde ik er niet over om ze alleen te laten.

    Alma kreeg een infuus en na nog eens 5 uur hard werken kreeg ze uiteindelijk persdrang. Na anderhalf uur persen besloot de gynaecoloog dat hij een vacuüm pompje wilde gebruiken om de baby te helpen en zonder een kik te geven accepteerde Alma deze nieuwe teleurstelling. Wes en ik bleven haar aanmoedigen waar we konden en eindelijk om 16:55 werd Iza geboren. Alma was in tranen en met haar dochter in haar armen bedankte ze iedereen die in de verloskamer aanwezig was, persoonlijk. Ze deelde complimenten uit en straalde van geluk. Ze zei dat het de meest geweldige dag van haar leven was en ze dit voor geen goud had willen missen.

    Alma en Kim, allebei voor het eerst moeder geworden vandaag, maar wat een wereld van verschil.

  • Thuis bevallen

    Elke maand organiseren wij een informatieavond over de bevalling. Afwisselend met mijn collega presenteer ik die avond. Dat doe ik inmiddels al zo’n 30 jaar en ik vind het nog steeds leuk om te doen.

    “Thuis bevallen”

    Het mechanisme van bevallen is door de jaren heen natuurlijk niet veranderd. De manier waarop wij de informatie overbrengen is echter behoorlijk veranderd. Een terugkerend heikel punt bijvoorbeeld is de mogelijkheid om thuis te bevallen.

    Hoe komt dat toch? Ik ben een groot voorstander van thuis bevallen. Ik heb zelf mijn 3 kinderen thuis gekregen en vond het heel erg fijn om in mijn eigen omgeving met de mensen die ik erbij wilde hebben op mijn manier te kunnen bevallen. Ik had de regie. Mijn eigen douche, mijn eigen thee en vooral de baas in mijn eigen huis. Bij mijn laatste bevalling kwam de vroedvrouw te laat, waardoor mijn vriend onze dochter in het bijzijn van haar twee broertjes op heeft gevangen. Super leuk en zo bijzonder. Wij vergeten dat nooit meer.

    Uit alle wetenschappelijke onderzoeken (onderzoek van Marlies Rijnders, de Cochrane study, Oxytocin study van Michel Odent) die gedaan zijn naar dit onderwerp, komt telkens weer dat vrouwen die thuis zijn bevallen meer tevreden zijn over hun bevalling,  minder ingrepen (medische interventies) ondergaan en baby’s een betere start hebben dan wanneer een vrouw bevalt in een klinische setting.

    Dat zijn dus de harde feiten. Een ander hard feit is dat in de jaren 80 van de vorige eeuw nog ongeveer 50 % van alle vrouwen thuis beviel. Dit percentage is in de afgelopen decennia tot onder de 20 % gedaald. Een heel vreemde tendens als je de positieve resultaten van het thuis bevallen er naast legt.

    Negatieve lading op thuis bevallen.

    Waarom bevallen er steeds minder mensen thuis? Waarom krijg ik heel regelmatig de feedback als ik de informatie avond heb gepresenteerd dat ik wel erg vóór de thuisbevalling ben? Waarom zit er zo’n negatieve lading op het thuis bevallen en voelen mensen zich er zo op aangesproken?

    Ik leg goed uit wat de beste omstandigheden zijn om de kans op een vlotte bevalling te vergroten. Ik heb het uitgebreid over het mechanisme wat daarbij dienst doet. Hoe gevoelig de baarmoeder reageert op verstoring en hoe makkelijk de oxytocine, het weeën hormoon, verdwijnt doordat er adrenaline wordt geproduceerd. Die adrenaline is het hormoon wat je maakt als je stress ervaart. Je wordt heel alert en de adrenaline stelt je in staat om te ‘vechten of te vluchten’. Bepaald niet de omstandigheid waarbij je in staat wordt gesteld om weeën op te vangen. Daarvoor heb je rust en vertrouwen nodig.

    Volgens mij leg ik het altijd goed en genuanceerd uit. Het is echt niet zo dat ik zonder enige context roep dat iedereen thuis moet bevallen, zeker niet. Er zijn ook absoluut bevallingen die beter verlopen in een klinische setting.

    Maar hoe subtiel en voorzichtig ik ook ben of in elk geval denk te zijn, er zijn altijd koppels die zich ergeren aan het feit dat ik de mogelijkheid noem om thuis te kunnen bevallen. Mensen realiseren zich niet wat voor groot goed het is om deze keuze überhaupt te hebben. In alle landen om ons heen is de mogelijkheid om thuis te bevallen uitgebannen tot zelfs strafbaar. Waar vroeger alle kinderen thuis werden geboren, overal op de wereld, is de ‘beschaving’ helaas de dood in de pot geweest voor de vrije keuze van vrouwen voor de plek waar zij haar kind ter wereld wil brengen.

    Behalve in Nederland.

    Daar is het fenomeen onderdeel geworden van ons nationale erfgoed. Een hele goede opleiding die al jaren lang fantastische, zelfstandig werkende, onafhankelijke vakvrouwen aflevert, die moeders helpen hun kind op de wereld te zetten op de plek die zij daar zelf voor hebben uitgekozen. Kundige vrouwen die niet alleen ‘verlossen’ maar de zwangere en haar partner bijstaat in de 9 maanden van de zwangerschap en daarna de moeder en pasgeborene in het kraambed begeleid. Echte vroede (wijze) vrouwen. Die de tijd nemen om een vrouw op háár manier te laten bevallen zonder medische ingrepen. Die proberen het zelfvertrouwen van de zwangere te vergroten door voor te lichten en uit te leggen, door protocollen en tijdschema’s niet te strikt te hanteren en die mee zoeken naar de manier waarop deze specifieke vrouw haar baby het best geboren kan laten worden. Vrouwen die op een gelijkwaardige manier samenwerken met gynaecologen en op deze manier elke zwangere vrouw het beste uit twee werelden kunnen bieden.

    Van heinde en ver komen professionals die dat Nederlandse systeem wel eens van dichtbij willen zien. Braziliaanse gynaecologen die in hun eigen land bij 95 % van de bevallingen een keizersnede doen en de kunst eigenlijk niet meer beheersen om een baby vaginaal geboren te laten worden. Wij nemen ze mee om ze te laten zien waar een vrouw toe in staat is en dat je je er als hulpverlener maar beter zo weinig mogelijk mee kan bemoeien. In België opgeleide verloskundigen die zich rot schrikken van een wee en zich geen raad weten omdat in België een vrouw bijna niet meer zonder ruggenprik bevalt. Die daardoor dus geen weeën voelen, maar wel veel vaker ingeknipt worden en met een vacuümpomp geholpen moeten worden. Italiaanse gynaecologen die zien dat een barende zelf kan bepalen wat de beste houding is om haar kind er uit te persen en Spaanse artsen die zich verbazen over het feit dat wij de tijd nemen om de vragen van vrouwen tot in detail te beantwoorden en ze vervolgens zelf de keuze laten wat zij een prettige manier vinden.

    Ik blijf het onderwerp onvermoeibaar uitleggen aan iedereen die het horen wil. Voor mij gaat het over veel meer dan bevallen. Het gaat over emancipatie, over het bekrachtigen van vrouwen, over het onafhankelijk en op eigen kracht je kind baren zoals jij dat wilt.

    Dat zijn geen vijftien (beval-) uurtjes van je leven. Dat draag je de rest van je leven met je mee.

     

  • ’n Slimme meid….

    Een goede voorbereiding op je bevalling maar vooral ook de tijd daarna is cruciaal voor aanstaande ouders. Als je goed geïnformeerd bent over wat je te wachten staat dan is er minder ruimte voor stress. Daardoor kun je je beter ontspannen omdat je begrijpt wat er gebeurd en zal de bevalling doorgaans vlotter verlopen.

    “ ’n slimme meid…. ”

    Linda is een schoolvoorbeeld van een ‘slimme meid die op haar toekomst is voorbereid’! Heeft keurig in de tijd die ervoor stond haar studie rechten gedaan en is daarna aan de slag gegaan als stagiair bij een ambitieus advocatenkantoor. Na 4 jaar werd ze jongste vennoot en trouwde ze met Tom, een jongen die ze had ontmoet tijdens haar studie.

    Tom was op zijn beurt een goede zoon geweest en had op zijn vaders nogal dringende advies gekozen voor een studie bedrijfskunde. Hij had vervolgens een baan in het familiebedrijf geaccepteerd en hun toekomst leek verzekerd.

    Voor het eerst zwanger.

    3 jaar na hun trouwen zat Linda bij mij in de spreekkamer voor haar eerste zwangerschap. Ze was alleen en zat er wat onwennig bij.  Een uur voor zo’n intake vond ze wel erg lang. Ze had deze afspraak nogal strak tussen 2 andere zakelijke afspraken in gepland. De intake verliep zonder veel bijzonderheden. Beide a.s. ouders waren goed gezond en ook in de familie was weinig bijzonders, behalve het feit dat de vader van Tom onlangs was overleden aan een hartinfarct. Dat had er flink ingehakt bij de broers en zussen en natuurlijk de moeder van Tom.

    Immobiel en zwangerschaps Alzheimer

    In de maanden daarna zag ik Linda regelmatig. Haar zwangerschap vorderde fysiek gezien voorspoedig. Ik begon me echter een beetje zorgen te maken omdat ik de indruk kreeg dat Linda veel moeite had met de beperkingen die de groeiende buik haar oplegde. Ik had het met haar gehad over het zwangerschapsverlof en daar keek ze bepaald niet naar uit. Ze vond het ook niet leuk dat ze niet meer kon sporten zoals ze gewend was en dat ze ‘zo traag was als een dikke olifant’ was. Ze zei ook erg last te hebben van het feit dat ze zo’n moeite had om zich te concentreren op haar zaken en dat ze ook geestelijk zo traag werd en voortdurend van alles vergat. Ze vertelde me dat ze had besloten om geen borstvoeding te gaan geven omdat ze na de bevalling zo snel mogelijk weer wilde gaan werken. Ze had ’t niet zo met al die hormonen.

    De bevalling; onverbiddelijk naderend

    Bij 37 weken zwangerschap zag ik haar weer tijdens het spreekuur. Haar buik was indrukwekkend en ik zei haar dat de baby prachtig groeide en hij het kennelijk goed naar zijn zin had in haar buik. Ik was nog niet uitgesproken of ze barstte in huilen uit en vertelde me dat ze zich helemaal niet verheugde op de komst van de baby. Tom bleek bovendien zijn schema totaal niet aan te passen aan de naderende bevalling en kraamtijd dus zij hoefde niet op zijn hulp te rekenen. Sterker nog, Tom had een zakenreis gepland een week ná de uitgerekende datum. Ineens begon Linda het op haar heupen te krijgen en werd ze bang dat ze helemaal niet klaar was voor het moederschap. Ze was kwaad dat het zoveel van háár vergde en dat Tom maar lekker door kon gaan met wat hij wilde en “hij vindt z’n werk niet eens leuk”.

    Ik vroeg haar of Tom zich wél verheugde op de komst van de baby, maar dat wist Linda eigenlijk niet. Hij had er tegenover hun vrienden wel grapjes over gemaakt en vertelde dan graag dat zij niet van die truttige ouders zouden worden die alleen nog maar over de baby zouden kunnen praten. Verder had hij weinig belangstelling getoond en was hij absoluut niet mee te krijgen naar een puf-cursus of informatieavond.

    Niet klaar voor de bevalling.

    Nu was er geen ontkomen meer aan en begon Linda ineens de bibbers te krijgen voor de mega verandering die er aan zat te komen. Ik hield m’n hart vast. De kraamtijd is voor heel gemotiveerde ouders die dolgraag een baby willen al een erg zware tijd, laat staan voor ouders die wat minder enthousiast op de komst van hun baby zitten te wachten. Waar aanstaande ouders normaal gesproken een zwangerschap lang de tijd nemen om zich voor te bereiden op de komst van de baby, moest Linda dat nu in de komende weken gaan doen. Ze had tot nog toe keihard ontkend dat er iets groots op stapel stond. Materieel gezien was alles dik in orde. Haar ouders hadden de kinderkamer ingericht in hun appartement omdat Tom en zij daar geen tijd voor hadden gehad en haar ouders het  heel leuk vonden om te doen. Alle babykleertjes waren gekocht en gewassen en ook de kraamzorg en de crèche waren geregeld. Nu alleen nog bevallen!

    Ik moest haar dus een spoedcursus bevallen en kramen geven en dat betekende dat ik me gezien de korte tijd, moest beperken tot de absolute kern van de zaak. Ik zei Linda dat het bevallen maar ook het ouderschap de kunst was van de ‘volledige acceptatie’.

    Na je leven vrijwel volledig te hebben kunnen ‘managen’ is het zo dat tijdens de bevalling en de kraamtijd de regie even niet meer bij jou ligt. Dat is maar goed ook, want als je de weeën zou kunnen ‘managen’ zou je nooit de echt heftige weeën toestaan. Hoe eerder je je hoofd kunt uitschakelen en je kunt overgeven aan de weeën, hoe makkelijker je het jezelf maakt en hoe vlotter het verloop van je bevalling.

    We spraken nog een tijd over de bevalling en ik drukte haar op het hart om haar onzekerheden, frustraties en angsten te delen met Tom. Toen ze wegging zei ik tegen haar dat ik hoopte dat de baby nog een week of 4 op zich zou laten wachten zodat zij iets meer tijd zou hebben om zich alsnog voor te bereiden.